Psalm 34b vers 4b-23

Blad: 41v

Bid: Vers 4b-12

Kijk:

De psalmist, met een nimbus om het hoofd, zit als een oude man op een zetel; achter hem een lezenaar met opengeslagen boek. Op zijn schoot heeft hij ook een opengeslagen boek en daar staat met moeite twee derde van vers 12 te lezen: Komt. kinderen, luistert naar wat ik u zeg; ik leer u de Heer te vrezen. Bij dat komt hoort het uitnodigende gebaar dat hij met beide handen maakt. Aan zijn voeten liggen twee van de kinderen die hij uitnodigt; zij kussen zijn voeten. Rechts staat een ouder, mooi aangekleed paar; beiden laten met een hand zien dat zij ontvankelijk zijn voor de woorden van de psalmist.  Met haar linkerhand wijst de vrouw naar de kinderen; zijn het haar eigen kinderen? De man steekt zijn rechterhand uit, die bedekt is met een doek. Is dit een symbool van de vrees, de eerbied die de psalmist wil leren? Achter het echtpaar, boven op een berg, zijn nog twee mannen te zien, de jongste voorop en kijkend naar de man achter hem; ook zij maken een gebaar met hun handen. Wie zijn zij allemaal?

Bid: Vers 13-23

Luister:

- Psalm 34, Praise of God for His Goodness

Schrijf:

De psalmist, met het psalmenboek op zijn schoot, nodigt mij uit naar de psalmen te luisteren en zo te leren God te vrezen. Werken de psalmen voor mij zo? Met welke persoon in het beeld kan ik mij identificeren? Hoe dichtbij of hoe ver af sta ik ten opzichte van de psalmist?