Psalm 43 Judica me – Schaf mij recht

Blad: 55r

Lees:

Opschrift in rode letters: Een psalm van David, die vervolgd wordt. Stem van de kerk, die bidt dat zij gescheiden mag worden van de ongelovigen.

Bid: Vers 1-5a

Kijk:

De psalmist leunt als een herder op een stok en bespeelt met een plectrum de citer, die in vers 4 genoemd wordt.  Hij lijkt naar binnen gekeerd te zijn en heeft geen contact met de vrouw met lange haren, blote voeten en gekleed in een lang gewaad, die boven op een berg zit; ze kijkt droevig en houdt haar gezicht vast. Aan de voet van de berg groeien rode bloemen en een vijgenboom. Anima – ziel, staat er geschreven naast haar hoofd. Het is zijn eigen ziel, die de psalmist in het vijfde vers toespreekt: Waarom zijt gij bedroefd, mijn ziel, waarom opstandig? De citerspelende David en de vijgenboom zullen we opnieuw tegenkomen in psalm 71c.

Bid: Vers 5b

Schrijf:

De kunstenaar heeft van de ik-figuur in de psalm en van zijn ziel, zijn binnenkant, twee verschillende personen gemaakt, waartoe de tekst van de psalm ook aanleiding geeft. Zij verbeelden dat er een innerlijke dialoog mogelijk is. De psalmist stelt zijn eigen ziel een vraag. Wat zou het antwoord van de ziel kunnen zijn?