Psalm 44a Deus auribus nostris – Wij hebben het vernomen God

Blad: 55v

Lees:

Opschrift in rode letters: Tot het einde. Voor de zonen van Core om te begrijpen. De profeet heeft berouw voor het Joodse volk.

Bid: Vers 2-4a

Kijk:

In het midden staat de psalmist. Met zijn linkerhand houdt hij de knop van het schild van een soldaat vast, die in een waterstroom lijkt te staan. Met zijn rechterhand wijst hij in de verte en hij kijkt ook die kant op, samen met een man die zijn arm opsteekt. Wat is hij aan het doen? Waar kijken zij met zijn allen naar? Kijken zij naar het land, dat zij niet met wapens en niet door hun eigen hand veroverd hebben? Is dat ook de reden waarom de psalmist zijn hand op het schild, het wapentuig van de soldaat legt?

Bid: Vers 4b-8

Kijk nog eens:

In de Latijnse versie gebruikt de psalmist in zijn gebed (vers 4) uitdrukkelijk het beeld van de hand en de arm: Niet hun eigen arm heeft hen gered, maar uw rechterhand en uw arm. Is dat de reden dat de man voorop zijn blote armen laat zien?

Schrijf:

De drie personen laten hun armen en handen zien, symbool van wat je op eigen kracht kunt doen en bereiken. De psalmist zegt dat hij van de vaderen geleerd heeft, dat hun land, het belangrijkste in hun leven, dat dat een geschenk van God is. Herken ik mij in die visie?