Psalm 50b vers 8-17

Bid: Vers 8-10

Kijk:

De psalmist bevindt zich in de bergen en biddend richt hij zich met ogen en handen naar de hemel. Hij staat met zijn rug naar allerlei vogels, bokken, een stier en een paard. Het is een illustratie bij de woorden van vers 10 die uit de mond van God komen: Want Mij behoren alle dieren in het woud, de duizenden die op mijn bergen zwerven. 

Bid: Vers 11-17

Kijk nog eens:

In vers 11 wordt gesproken over de vogels en in vers 13 over stieren en bokken.

Luister:

Zie onder Psalm 50 a

Schrijf:

In de psalm is God aan het woord en luistert de psalmist. Kijk nog eens naar de psalmist: Hoe zouden de woorden van God bij hem binnenkomen? Waarom kijkt hij de andere kant op dan de meeste dieren?