Psalm 56b vers 4-14

Blad: 68r

Bid: Vers 4-7a

Kijk:

Een vrouw, die helemaal gehuld is in een mantel, ligt voorover op de helling van een berg, waaruit een bron ontspringt. Wie is zij en wat is zij aan het doen? Zij wordt gevolgd door een groep mannen. De man die voorop loopt heeft zijn handen biddend opgeheven. Is hij de psalmist? De andere mannen verbergen hun gezicht achter hun met hun mantel bedekte handen. Wie zijn zij en wat doen zij?

Bid: Vers 7b-14

Kijk nog eens:

Is het misschien een verbeelding van vers 7, dat in het Latijn letterlijk luidt: Zij zullen blijven en zich verbergen; zij zullen mijn hiel in de gaten houden, zoals zij op mijn ziel hebben gewacht. De vrouw op de berg is dan de ik-figuur uit de psalm of zijn ziel die zich in nood tot God richt. De man achter haar houdt haar hiel in de gaten en de groep mannen achteraan verbergt zich. Een beeld van benauwende achtervolging.