Psalm 66b vers 7-20

Blad: 76v

Bid: Vers 7-14a

Kijk:

Vier mannen met een aureool om het hoofd staan op het punt het water in te gaan dat voor hen ligt. Drie van hen kijken en wijzen naar de verte; de vierde kijkt en wijst naar het water, waarin zich een halfnaakte vrouw bevindt. Wie is zij? Op de oever staat ook een gebouw: is het een kerk? Achter het viertal worden vijf mannen levend verbrand in pektonnen. Het is een verbeelding van de verdrukking die de psalmist in vers 12 beschrijft: Iedereen loopt maar over ons heen, ons pad gaat door water en vuur, maar Gij brengt ons telkens verlichting. De Latijnse versie van de psalm zegt: Gij brengt ons naar de verkwikking. De verkwikking (refrigerium), met dat woord duiden de kerkvaders het hemels gastmaal aan, dat voor de martelaren is weggelegd.

Bid: Vers 14b-15

Kijk:

In de tweede illustratie staat de psalmist met een wierookvat in de hand en met de offerdieren, die hij God beloofd heeft. De Latijnse versie spreekt in vers 15 over: wierook, rammen, stieren en bokken. Dat alles heeft de kunstenaar uitgebeeld.

Bid: vers 16-20

Schrijf: