Psalm 119p Ain Feci iudicium – Rechtvaardig heb ik gehandeld

Blad: 140r

Bid: Vers 121-126

Kijk:

Rechts staat de psalmist, op blote voeten en gekleed in een klassiek gewaad; in zijn linkerhand houdt hij een boek vast. Hij staat naast een berg, waar een stroompje uitkomt en waar een boompje op staat. Met zijn rechterhand wijst hij naar twee mannen die met grote handen en met veel plezier een afgerolde boekrol vasthouden, terwijl een van hen met een groot mes het perkament doorsnijdt. Het is ongetwijfeld een letterlijke verbeelding van de wetsverkrachting waarover de psalmist in vers 126 spreekt: Nu is het tijd, Heer, om in te grijpen: zij hebben uw wetten verkracht. Waar komt de berg met het stroompje en het boompje vandaan?

Bid: Vers 127-128

Kijk nog eens:

Nog even terug naar de waterstroom en de boom. Komen deze beelden uit de eerste psalm (vers 3), die de mens gelukkig prijst, die zijn geluk vindt in de wet van God: Hij is als een boom, aan het water geplant, die vruchten draagt op zijn tijd?

Schrijf:

De kunstenaar heeft de rechtsverkrachting uitgebeeld als de vernietiging van een boekrol. In werkelijkheid treft het echter geen boeken maar mensen. Welke mensen komen mij voor ogen?

Luisteren:

Psalm 119. Tekst: Huub Oosterhuis. Muziek: Antoine Oomen. Nummer 16: Recht en gerechtigheid heb ik betracht (CD).

Verder lezen:

Kees Waayman, Hoe streelt jouw zegging mijn gehemelte. De spiritualiteit van psalm 119, 2012, p. 249-254.