Psalm 18c vers 14-35

Blad: 20v

Bid: Vers 14-26

Kijk:

In de derde illustratie zie ik de psalmist op een rots zit, terwijl hij zijn hoofd op zijn rechterhand laat rusten. Hij kijkt mij aan en lijkt naar mij te zwaaien of maakt hij een spreekgebaar en is hij de spreker van de verzen van de psalm? Op de grond ligt een man, die zijn handen met zijn rode mantel bedekt houdt, uit eerbied voor Christus die voor hem staat. Opvallend is dat deze gekleed is als een tijdgenoot van de kunstenaar, maar wel met een aureool om het hoofd. Is het wel Christus? Hij legt zijn hand zegenend of bevestigend op het hoofd van de man met de bedekte handen. Op de achtergrond brandt een lamp. Wat wordt hier verbeeld?

Tot twee keer toe (in vers 21 en 25) wordt gesproken over schone handen. Is dat wat de man met zijn bedekte handen wil laten zien en is dat de reden dat Christus hem bevestigt?

Bid: Vers 27-35

In vers 29 werd duidelijk wat de betekenis is van de brandende lamp. Daar bidt de psalmist tot God, dat Hij zijn lamp volop licht laat verspreiden en licht geeft in zijn duisternis.