Psalm 38a Domine ne in furore – Niet in uw gramschap

Blad: 48r

Lees:

Opschrift in rode letters: Een psalm van David. Ter herinnering aan de sabbat. Deze belijdenis in wijsheid is de deugd van het heil.

Bid: Vers 1-4

Kijk:

De psalmist rent met uitgestoken maar verwrongen armen en handen, waarvan de huid is aangetast, naar een gebouw, dat waarschijnlijk bedoeld is als een kerkgebouw. Hij wordt getroffen door vier pijlen, waarvan er één reeds in zijn schouder zit. Ook zijn gezicht is met vlekken bedekt. In dit klaaglied, de derde van de zeven zogenaamde boetepsalmen, spreekt de psalmist in de eerste verzen uit hoe hij zich door Gods gramschap en toorn lijfelijk voelt geraakt: Uw pijlen zijn diep in mijn vlees gedrongen… uw straf liet geen gave plek op mijn huid. De psalmist wendt zich biddend tot God en zoekt daarvoor op deze illustratie zijn toevlucht tot een kerk.

Bid: Vers 5-14

Schrijf:

De kunstenaar maakt mij met het beeld van de psalmist, die door pijlen in zijn lichaam geraakt wordt, ervan bewust hoe lijfelijk de taal van de psalm is. Gevoelens van schuld en zonde hebben blijkbaar hun uitwerking op het lichaam. In hoeverre herken ik dat?