Psalm 110 Dixit Dominus – De Heer spreekt

Blad: 127v

Lees:

Opschrift in rode letters: Een psalm van David. Stem van de kerk en van Christus tot de Vader.

Bid: Vers 1-3

Kijk:

Rechts zit een op Christus lijkende persoon op een groene globe; zijn bovenlichaam is omgeven door een mandorla en zijn hoofd door een aureool. Op zijn linkerknie houdt hij een boek vast en hij maakt met zijn rechterhand het spreekgebaar in de richting van een op hem lijkende persoon aan zijn rechterhand. Deze persoon is echter bewust door iemand weggekrast; uit iconoclastische motieven? Het is een illustratie bij het eerste vers van de psalm: De Heer spreekt tot mijn heer: ‘Zit aan mijn rechterhand…’ Het is Jezus zelf die dit vers messiaans interpreteert (Matteüs 22, 41-45). De vraag is echter wie nu wie is in de illustratie: Wie is de Heer, wie is mijn heer, wie is de Christus? In het Getijdenboek wordt de messiaanse interpretatie gevolgd door een citaat uit de eerste brief van Paulus aan Korintiërs (15, 25) boven de psalm te zetten: Het is vastgesteld dat Hij het koningschap zal uitoefenen, tot Hij al zijn vijanden onder zijn voeten heeft gelegd.

Bid: Vers 4-7

In het getijdenboek wordt vers 6 over het vonnissen van de volkeren en het pletten van hun hoofden weggelaten.

Schrijf: