Psalm 120 Ad Dominum – Tot de Heer

Blad: 143r

Lees:

Opschrift in rode letters: Zang van de trappen. De stem van Christus in zijn lijden.

Bid: Vers 1-4

Kijk:

Links staat de psalmist als oude man te bidden; in zijn linkerhand houdt hij twee scherpe pijlen. Het is een letterlijke illustratie van de metafoor die de psalmist in vers 4 gebruikt voor de geslepen tong van zijn tegenstander: Zo scherp als de pijl van een krijger… Rechts staat een groep mensen; voorop staat een gekroonde man, die met zijn linkerhand naar de psalmist wijst en in zijn rechterhand een schaal met wat gloeiende kool moet zijn, want dat is de tweede metafoor: … zo brandend als gloeiende kool.

Bid: Vers 5-7

Kijk nog eens:

De groep mensen is waarschijnlijk een verbeelding van een twistziek volk, waaronder de psalmist klaagt te moeten leven.

Schrijf:

De psalmist vergelijkt een scherpe tong met een scherpe pijl en met gloeiende kolen; herken ik deze vergelijkingen en wat duiden ze aan?