Psalm 121 Levavi oculos – Omhoog richt ik mijn ogen

Blad: 143v

Lees:

Opschrift in rode letters: Zang van de trappen.

Bid: Vers 1-6

Kijk:

De psalmist heeft zijn ogen en handen biddend op naar de hemel. het is een letterlijke illustratie van het eerste vers: Omhoog… richt ik mijn ogen… Aan de hemel staat rechts de zon en links ligt de maan; ze komen uit het zesde vers: Bij dag zal de zon u niet deren, bij nacht doet de maan u geen kwaad…

Links zit een gesluierde vrouw op een troon, die naar de psalmist kijkt. Wie is zij? Wat is het verband tussen haar en de tekst van de psalm?

Bid: Vers 7-8

Kijk nog eens:

Sommige commentatoren zien in de vrouw op de zetel een verbeelding van de  ziel uit de Latijnse versie van vers 7: De Heer bewaart je voor alle kwaad; de Heer zal jouw ziel bewaren. Volgens anderen vertegenwoordigt zij de nacht, omdat zij gezeten is onder de maan.

Schrijf:

De kunstenaar verbeeldt de ziel van de mens als een gesluierde vrouw op een troon. Wat roep dit beeld bij mij op? Zegt het mij iets over mijn ziel of mijn leven?