Psalm 133 Ecce quam bonum – Hoe schoon

Blad: 149v

Lees:

Opschrift in rode letters op de vorige bladzijde: Zang van de trappen.

Bid: Vers 1-3a

Kijk:

Links staat de psalmist die met zijn hand wijst naar een tafereel voor hem. Hij kijkt hoe de hand van God vanuit de hemel een hoorn olie uitgiet over het hoofd van een man die voor een berg staat en met zijn rechterhand een gebaar van ontvankelijkheid maakt. Deze man moet Aaron zijn uit de verzen 2 en 3, waar de psalmist eendracht onder broeders ziet als kostelijke olie op het hoofd… van Aäron… als Hermon-dauw die neerdaalt op de Sion. Bij nader toezien is ook zichtbaar hoe de dauw op de berg Sion neerdaalt.

Bid: Vers 3b

Schrijf:

Door de olie uit de hand van God te laten komen suggereert de kunstenaar dat de broederlijke eendracht, waarover de psalmist spreekt, een geschenk van boven, van God is. Zeg ik de psalmist dat na?