Psalm 151a Pusillus eram – Kleiner was ik

Blad: 164v

Bid: Vers 1-2

Kijk:

Leunend op zijn herdersstaf kijkt David naar zijn schapen. Het is een letterlijke illustratie van de tweede helft van vers 1: …hij stelde mij aan als herder van zijn schapen, als heerser over zijn geiten. Daarboven zit David als psalmist op een berg. Hij wijst met zijn rechterhand naar een opengeslagen boek op een lezenaar. Met zijn linkerhand wijst hij naar een orgel. Hier wordt David gepresenteerd als schrijver van de psalmen en als musicus en instrumentenmaker. Het is een verbeelding van vers 2: Mijn handen maakten een panfluit, mijn vingers een citer; ik gaf aan de Ene glorie… In het latijn staat er letterlijk: Mijn handen maakten een orgel…

Bid: Vers 7-10

De verzen 3-6 ontbreken in het Stuttgarter Psalter.

Schrijf:

David benadrukt dat hij zijn gaven om instrumenten, muziek en psalmen te maken heeft gebruikt om aan de Ene glorie te brengen. Welke gaven heb ik om eer aan God te brengen?