Psalm 85 (84) Benedixisti - Jij zegende

De psalm

Voor een werkvertaling van de Latijnse tekst klik hier.

In de verzen 2-4 richt de psalmist zich tot God en denkt hij dankbaar terug aan het verleden en aan de terugkeer uit de ballingschap. Elk halfvers begint met een werkwoord in de voltooid verleden tijd. In de verzen 5-8 richt hij zich gedesillusioneerd tot God met een aantal smeekbeden in de wij-vorm; tot zevenmaal toe spreekt de psalmist over ons of onze en op deze manier betrekt hij de lezer bij zijn gebed.  In de verzen 9-10 hoopt hij de bemoedigende stem van God te horen - hij spreekt nu in de eerste persoon - en spreekt hij zijn vertrouwen in de toekomst uit. In de verzen 11-12 keert hij weer terug naar het verleden. In de laatste verzen schetst hij een hoopvol toekomstperspectief en schakelt hij over naar de toekomstige tijd.

Het Psalter

Tekst

Het eerste woord van de psalm is in purperen kapitalen geschreven: Benedixisti: Jij zegende,  (Heer, jouw land: keerde de gevangenschap van Jacob). Boven de psalm wordt vers 5a in rode letters aangehaald: Converte nos deus salutaris noster: Keer ons om, God, onze bevrijder: (en keer jouw woede van ons af.) Dit vers, het eerste vers van de smeekbeden, staat precies onder de initiaal.

Beeld 

De letter B bestaat door haar vorm uit twee binnenruimtes. In de bovenste ruimte buigt Christus zich naar beneden; hij maakt met zijn rechterhand het zegengebaar of het spreekgebaar. In het eerste geval past dit gebaar bij wat de psalmist in vers 2 bidt: Jij zegende jouw land. In het tweede geval past het gebaar bij vers 9a: Horen wil ik wat God de Heer tot mij zegt. Met zijn linkerhand overschrijdt Christus de scheiding tussen beiden ruimtes en houdt hij het hoofd vast van een van de mannen in de benedenruimte. Het lijkt erop dat hij het hoofd van de man omdraait. Op hetzelfde moment draaien vijf mannen, die elkaar bij de schouder vasthouden en in ganzenpas naar rechts het podium aflopen, hun hoofden om en kijken naar boven. Datzelfde doet een kleinere man in rood gewaad. De gebeden van de psalmist  (Keer ons om, laat ons zien, Heer, jouw barmhartigheid en geef ons jouw bevrijding) worden in beeld al hier en nu verhoord. De psalmist, die alleen in vers 9 in de ik-vorm spreekt, wordt in deze initiaal niet apart afgebeeld en gaat ongezien op in het volk, in wiens naam hij bidt. Het beeld nodigt de lezer uit zich onder dit volk te scharen. Een klein detail: de man helemaal rechts houdt zich vast aan het frame van de letter B, de eerste letter van het woord Benedixisti: Jij zegende.