Psalm 148 (148) Laudate Dominum - Looft de Heer

De tekst van de psalm

Voor een werkvertaling van de Latijnse tekst klik hier.

In deze psalm roept de psalmist zijn toehoorders op om de naam van de Heer te loven. In de eerste verzen richt hij zich tot alle wezens in de hemel en vanaf vers 7 tot alle wezen op, onder en boven de aarde. In vers 14 spreekt hij over de bijzondere relatie tussen de Heer en zijn volk.

De tekst in het Psalter

De eerste twee woorden van de psalm zijn in blauwe kapitalen geschreven: Laudate Dominum: Looft de Heer. Een opschrift ontbreekt in deze psalm.

Het beeld in het Psalter

De initiaal is bijna niet meer te herkennen als de letter L, omdat deze uit vier verschillende ruimtes is opgebouwd. De psalmist staat in de schacht van de letter. Hij heeft zijn handen opgeheven naar boven, maar hij kijkt naar beneden, naar een groep mannen en vrouwen, die zich onder een gewelf verzameld hebben. Hij roept hen op de Heer te loven. Diezelfde oproep geldt voor de dieren die, in een apart vierkant, tussen twee bomen allemaal hun kop naar boven hebben gewend. Allen zijn ze gefocust op het gelaat van Christus, die zich in de top van de schacht bevindt en naar beneden kijkt. Zo ontstaat er een relatie tussen Hem en alle levende wezens, zijn volk in het bijzonder. In het beeld wordt gefocust op de wezens op de aarde: mensen, bomen en dieren; de wezens in de hemel blijven buiten beeld.